Het au lied in een nieuw jasje.

De voorbije weken leerden de kinderen het au-lied.

Als huiswerk kregen zij de opdracht om een leuk verhaaltje te schrijven met de au-woorden uit het lied.  Deze woorden zijn: auto - paus - blauw of blauwe - saus - pauw en flauw.

Ik las alle verhaaltjes en pikte er een paar uit die ik echt leuk vond en deel ze graag met jullie.

Ik vind het best wel knap voor een leerling van het 2de leerjaar en vind het origineel plots niet meer zo leuk... 😃

Ik ben een mooie pauw.  

Maar wat moet ik doen met al die mooie blauwe veren?

Aan de auto hangen of aan het vliegtuig van de paus hangen?

Ik dip ze in de saus maar dat is flauw. 

Laura ging in de auto van de paus zitten.

Ze zat in de de blauwe auto.

Ze zag daar saus en een veer van de pauw in de auto liggen.

Dat vond Laura een beetje flauw. 

Laura heeft blauwe bessen gevonden.

Ze zal blauwe saus maken.

De saus die blauw was goot ze over de auto.

De paus zijn pauw verliest haar veer. 

Ik wil ook een veer, dit vind ik flauw. 

Er was eens een meisje en dat meisje was 20 jaar.

Ze heeft blauwe ogen.  Ze kan al auto rijden.

Ze reed naar de dierentuin met haar neefjes.

In de dierentuin zagen ze een pauw.

De pauw pikte in de vinger van het neefje en het neefje viel flauw!

De paus kwam binnen en het neefje werd wakker en wilde saus.

Ze aten nog lang en gelukkig. 

Er was eens een auto, die was blauw.

De paus reed er mee in de saus!  

Toen de pauw dit zag viel hij flauw.

En ze leefden nog lang en gelukkig. 

De paus heeft een auto maar het is blauwe maandag 

en nu is de auto blauw.

Dit verhaal vind ik flauw. 

De paus zit in het koffiehuis.  

De kok is koffie aan het maken, maar hij had blauwe saus in de koffie gedaan.

De pauw dronk zijn koffie.  Hij vond de koffie niet lekker.

De kok vond dat maar flauw.

De pauw ging weg.

Hij stapt in zijn auto. 

Hij gaat het vertellen aan zijn vriend de paus.